Poëzie heeft alles te maken met ritme en flow, en rijm is wat een gedicht zijn ritme geeft. Als dichter zul je daarom gebruik moeten maken van een rijmschema. Hierbij heb je diverse opties, net zoals er allerlei autoverzekeringen zijn waaruit je kunt kiezen bij het verzekeren van je voertuig. Voordat we de beste rijmschema’s introduceren, is het goed om een uitleg te geven over wat dit überhaupt is. Het zijn namelijk de specifieke patronen die een gedicht volgt aan het einde van elke regel. Sommige rijmschema’s zijn eenvoudig, waaronder AA en BB. Anderen zijn juist complexer. Onderstaand vind je een paar goede voorbeelden!
Ballade
Ballades worden complexer als het gaat om rijmschema’s. In totaal zal een ballade uit 28 regels bestaan, waaronder drie strofen van 8 regels met het rijmpatroon ABABBCBC. Het einde zal een 4-regelige envoi bevatten met het rijmschema BCBC. Hoewel het verwarrend klinkt, kun je dit in actie zien in het gedicht Ballade of Modest Confession van Hilaire Belloc. Vervolgens kun je op basis van dit voorbeeld zelf ook een ballade schrijven.
Gekoppeld rijm
Gekoppeld rijm kan heel leuk zijn om te gebruiken in je gedicht omdat dit soort rijm niet erg ingewikkeld is. Bovendien zie je het veel in kindergedichten. Gekoppeld rijm is een strofe van 2 regels volgens het eenvoudige formaat AA, BB, CC, enz. Grote dichters van Shakespeare tot Chaucer gebruikten rijmende paren. Als je op zoek bent naar een leuk voorbeeld dan hoef je niet verder dan Dr. Seuss’ Green Eggs and Ham.
Limerick
Als je op zoek bent naar een voorbeeld van een humoristisch rijmschema, bekijk dan eens een limerick. Humoristisch van opzet, limericks hebben 5 regels die een AABBA-rijmschema volgen. Ze hebben ook een vast aantal lettergrepen per regel. Verken het limerick-voorbeeld A Young Lady of Lynn om meer te weten te komen over dit rijmschema.
Afwisselend rijm
Afwisselende rijmschema’s zijn een van de eenvoudigste typen. Dit rijmschema, ook wel in elkaar grijpende rijmpjes genoemd, wordt gevonden in strofen van 4 regels en bevat het ABAB-patroon. Een goed voorbeeld van een gedicht dat gebruik maakt van afwisselend rijm is Neither Out Far Nor In Deep van Robert Frost.
Villanelle
Villanelle-rijmschema’s houden ervan om het door elkaar te halen. Ze bevatten niet alleen vijf strofen van drie regels, maar aan het einde een kwatrijn met een ABA-rijmpatroon en herhalende regels. Klaar om dit in een gedicht te zien? Lees dan Elizabeth Bishop’s One Art.
Monorijm
Als je aan een monorijm denkt, is het handig om ‘één’ te denken. Dit komt omdat een monorijmschema slechts één eindrijm heeft in het hele gedicht. Stel je voor hoe lastig het kan zijn om nieuwe rijmwoorden te bedenken. Bekijk dit in actie door Night Storm van Marie Summers te lezen.
Ingesloten rijm
Na te hebben gekeken naar de manier waarop dit rijmschema is gestructureerd (ABBA), is de naam ‘ingesloten rijm’ logisch. Het couplet van de (BB) is ingeklemd tussen de As. De eerste strofe van Matthew Arnold’s Shakespeare maakt dit prachtig af.